woensdag 30 december 2009

Aandelen - VVPR- strips

Eind 1993 creëerde de Belgische regering VVPR-aandelen. Dit gebeurde in het kader van het Crisisplan. VVPR staat voor Verminderde Voorheffing/Précompte Réduit. Privé-beleggers die deze aandelen bezitten genieten van een voordeligere roerende voorheffing op de geïnde dividenden: 15 % in plaats van het normale tarief van 25 %.
In 1995 was een aparte notering van het couponblad van de VVPR-aandelen mogelijk: de VVPR strips. Dit couponblad vertegenwoordigt het recht op de verminderde voorheffing. Het heeft bijgevolg een waarde die in een aparte prijs voor de strips kan worden uitgedrukt. Deze strips worden verhandeld op de beurs en geven tijdens de hele levensduur van het aandeel recht op een verminderd tarief (het recht hoeft dus niet elk jaar opnieuw te worden gekocht om van dit voordelige tarief te kunnen genieten). Voor eenzelfde op de beurs genoteerde onderneming bestaan er zowel gewone aandelen als VVPR-aandelen en op de beurs genoteerde VVPR-strips. VVPR-strips geven onmiddellijk recht op een verminderde voorheffing van 15 % terwijl eigenaars van gewone aandelen eerst VVPR-strips moeten kopen om van het voordeligere tarief te kunnen genieten.
De prijs van een VVPR-strip zou theoretisch gezien proportioneel moeten zijn met het bedrag van het dividend waarvoor men 10 % vermindering van de roerende voorheffing krijgt. In de praktijk vertegenwoordigen deze strips echter grote onderlinge prijsverschillen.
Dit wordt niet enkel verklaard door het verschil in het bedrag van het dividend dat door de onderneming wordt uitgekeerd. De hoofdreden hiervoor is ongetwijfeld de inefficiëntie van de markt. Het doorgaans geringe volume strips in omloop creëert inderdaad een belangrijk liquiditeitsgebrek op de markt.
Het aantal strips in omloop verschilt veel van de ene onderneming tot de andere: enkel ondernemingen die aandelen sedert 1994 hebben uitgegeven of die vanaf die datum kapitaalverhogingen hebben uitgevoerd, konden deze strips uitgeven. Een bank zoals Dexia die de voorbije jaren belangrijke kapitaaltransacties heeft doorgevoerd, heeft dus een belangrijke hoeveelheid VVPR-strips in omloop.
Een andere bepalende factor voor de prijs van een strip is de houding van institutionele beleggers tegenover het aandeel. Zij betalen geen roerende voorheffing. Wanneer ze een reeks strips in portefeuille nemen omdat ze bijvoorbeeld inschrijven op een kapitaalverhoging waarvoor aandelen met VVPR-strips uitgegeven zijn, proberen ze vaak om deze strips te verkopen. De kopers van de strips zijn doorgaans particulieren die van de verminderde voorheffing willen genieten. Zij kennen echter niet altijd het mechanisme van het product en als ze het kennen, zijn ze meestal geïnteresseerd in hoeveelheden die heel wat lager liggen dan de hoeveelheden die de institutionelen wensen te verkopen. Dit onevenwicht tussen aanbod en vraag kan tot zeer sterke koersschommelingen leiden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten